Allergie en intolerantie

Bij hooikoorts of een andere allergische aandoening kan het lichaam heftig reageren wanneer het geprikkeld wordt door een bepaalde stof (pollen, huisdieren, huisstofmijt, voeding).

Vaak is deze heftige reactie het gevolg van een overprikkeld immuunsysteem.

Voedselintolerantie is vaak de onderliggende oorzaak van klachten als eczeem, huiduitslag, hooikoorts, darmklachten, hoofdpijn, vermoeidheid, spier- en gewrichtsklachten en zelfs stemmingsschommelingen en gedragsstoornissen.

Bij kinderen kan het zich uiten in herhaalde middenoorontsteking, snotneuzen, huilbaby, obstipatie of diarree, buikpijn, druk gedrag en lage weerstand.

Het is gebleken dat gist, gluten, koemelk, suiker en tarwe (het primair allergeen) vaak de oorzaak is van bovenstaande reacties. Als je hier niet tegen kan maar omdat je dit niet weet ze toch regelmatig eet dan stapelen deze stoffen zich op in het lichaam. Hieruit kunnen weer andere (secundaire) allergieën ontstaan. Vaak is wel de zichtbare (secundaire) allergie aanwijsbaar maar wordt het verband met het onderliggende (primaire) allergeen dat de oorzaak is van de klachten niet gezien.

Behandeling van hooikoorts, allergie en voedselintolerantie:

Via de SIVAS testmethode wordt er gekeken wat het primaire allergeen is. Ook wordt onderzocht welke uitscheidingsorganen in het lichaam versterkt moeten worden om de gestapelde stoffen af te voeren.

De behandeling bestaat uit drie fasen en duurt meestal twee tot drie maanden waarbij men eens in de vier tot zes weken naar de praktijk komt om te testen hoe het gaat.

In de eerste fase wordt het totale lichaam ontgift en mag men het voedingsmiddel waar men niet tegen kan niet gebruiken. In de tweede fase wordt het lichaam verder ontgift via de lever en in de derde fase via de darmen.

Tijdens de tweede en derde fase mag het voedingsmiddel weer iets gebruikt worden.

Na deze periode van ontgiften is het lichaam in principe weer schoon en kan het voedingsmiddel weer met mate gegeten worden.

Belangrijk is om altijd voor een goede afwisseling van voeding te zorgen om zo het risico van stapelen te voorkomen.